donderdag 20 maart 2008

Meester van de dood; Nu Nog

Gisteren is de grootmeester van de Nederlandstalige literatuur van ons heengegaan genaamd Hugo Claus. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik van the 'Godfather' geen enkel boek heb gelezen ; ondergetekende kan men immers niet classificeren als een literatuurmens, eerder als een muziekmens. De dood van Claus werd gisteren uitvoerig bericht in de media, zo heb ik gisterenavond een interessant documentaire van Claus gezien, waar hij werd voorgesteld als de allesomvattende renaissance kunstenaar die aan het syndroom van Da Vinci leed. Claus deed alles, maar kon ook alles. Van proza over poëzie tot regisseur en beeldend kunstenaar. Niets was Claus teveel. Zo is mijn oog gevallen op een prachtig gedicht van hemzelve waar hij zijn liefde voor zijn toenmalige vriendin Sylvia 'Emannuelle' Kristel beschrijft (denk ik). Het is een gedicht dat met toch wel heeft geraakt ; voornamelijk door de perfecte woordenstructuur en stijl, waardoor het gedicht kan belezen worden als een muziekstuk. Het gaat als volgt:

Ik schrijf je neer

Mijn vrouw, mijn heidens altaar,
Dat ik met vingers van het licht bespeel en streel,
Mijn jonge bos dat ik doorwinter;
Mijn zenuwziek, onkuis en teder teken,
Ik schrijf je adem en je lichaam neer
Op gelijnd muziekpapier.
En tegen je oor beloof ik je splinternieuwe horoscopen
En maak je weer voor wereldreizen klaar
En voor een oponthoud in een of ander Oostenrijk?
Maar bij goden en bij sterrenbeelden
Wordt het eeuwige geluk ook dodelijk vermoeid,
En ik heb geen huis, ik heb geen bed,
Ik heb niet eens verjaardagsbloemen voor je over.
Ik schrijf je neer op papier
Terwijl je als een boomgaard in juli zwelt en bloeit.

Prachtig!
Toch maar eens aan het verdriet van België beginnen, maar zo zullen er wel velen denken.....

woensdag 12 maart 2008

A wall of Sound

Gisteren was het finale momentum eindelijk zover; na drie maanden te hoeven wachten namen Stino en mezelf het openbare vervoer om de Britse 'postpunk' (zoals Yves Desmet en de zijnen in hun papieren boekje beschrijven) band Editors te aanschouwen. De verwachtingen waren hoog gespannen, zeker na een afgelijnde recensie in het papieren boekje van Y.Ds betreffende het concert in hof ter Loo. Na een fijne nostalgische tussenstop in het Gevaar met de broodnodige Martens in het bloed tot gevolg kwamen we echter twintig minuten te laat in een kolkende, uitverkochte AB, waardoor we een klepper van een song 'An End has a Start' hadden gemist. Doch geen paniek weliswaar. De Editors came, saw en conquered op een bijna griezelige perfectionistische wijze. Elke song was zodanig afgelijnd en strak gespeeld waardoor je het gevoel kreeg dat je evengoed op een stormachtige dinsdagavond de CD op maximum in je huiskamer kon beluisterd hebben. Dan had je weliswaar de charismatische frontman Tom Smith, die het publiek zonder enige vorm van bindteksten maar louter door de perfecte muziekmuur opzweepte, moeten missen. Dan had je de typische 4 snarige (dixit Stino) hoge riffgeluiden van gitarist Chris Urbanowicz in real life moeten missen. Dan had je de zichzelf eigen gemaakte cover 'Lullaby' van The Cure (nu vrijdag in het Antweirpse sportpaleis waar ondergetekende evenzeer maanden naar uitkijkt) moeten missen. Dan had je kleppers zoals 'Bones', 'The Racing Rats' en 'Smokers Outside the Hospital Doors' moeten missen. Dan had je om het met 1 woord te zeggen de perfectie moeten missen. Zoal hierboven vermeld: they came, saw en conquered de zaal, wat uitermate werd geïllustreerd door de drie fantastische bisnummers, die voor mij persoonlijk de hoogtepunten van de avond waren. Na een frisse Grimbergen in het m'as tu vue De Monk keerden Stino en mezelf volledig verzadigd terug naar het provinciale Leuven.

maandag 3 maart 2008

Ontmaagding

Ok, eerste post op de nieuwe blog !!!

De bedoeling van deze blog is een persoonlijke kijk op de wereld te geven, in de eerste plaats van mijn leefwereld en in de tweede plaats van de maatschappelijke problematiek die me nauw aan het hart ligt.

Voor het overige nog niet veel inspiratie

komt wel ...

O.